Lange tijd had ik in iedere broek op een goed moment een gat bij de linker knie. Nooit rechts. Niet dat dit het einde van de broek was, zeker niet, want mijn moeder naaide daar dan een stoffen plaatje op. Ze had een hele collectie en ik mocht kiezen. Een zon of een smiley bijvoorbeeld. Kapotte sokken en onderbroeken werden gestopt. Lange tijd heeft ze aangedrongen dat ik op naailes zou gaan ‘zo handig!’ maar ik weigerde. Zelfs toen ik al lang het huis uit was en studeerde, bracht ik al mijn gehavende kleren bij mijn moeder. Die gaatjes zo wist weg te werken dat ik ze niet meer terugvond. Repareren vond ik heel normaal. Of eigenlijk: laten repareren. En dat is zo gebleven.
Op de Albert Cuypmarkt
Inmiddels durf ik het niet meer aan mijn moeder te vragen. Dus wat te doen toen een van de ellebogen van mijn lievelingstrui was doorgesleten? Ik wilde leren elleboogstukken. Maar wel in de kleur en vorm die ik voor ogen had. Bij het naaiatelier waar ik tegenwoordig graag kom, kreeg ik de opdracht om mijn voorkeursstukken mee te leveren met de trui. Via via kreeg ik het adres van Jan de Grote Kleinvakman. Van buiten lijkt het niet meer dan een onooglijk winkeltje, verstopt achter de kramen van de Albert Cuypmarkt. Maar binnen blijkt dat wel anders te zijn.
Roosjes, belletjes, biesjes, bandjes, baleinen en elleboogstukken
Het was dringen geblazen in het smalle en bijzonder lange gangpad van deze pijpenla. Dat aan de ene kant over de hele lengte begrensd is door een toonbank waarachter zich het vele personeel handig heen en weer beweegt. Achter hen is iedere centimeter van het plafond tot de vloer benut. Dat geldt ook voor de wand langs het gangpad. Van onder tot boven vol gestapeld met alle mogelijke fournituren: biesjes, bandjes, ruitjes, roosjes, belletjes, stripjes, lintjes, knopen, ritsen, pailletten, baleinen. Alles is er bij Jan de Grote Kleinvakman en in alle variaties en kleuren. Ook vintage elleboogstukken bleek! In het door mij gewenste bruine leer. Ik kan weer vooruit!