Veel kerken hebben bovenop de kerktoren een gouden haan als windvaan – ook wel toepasselijk weerhaan genoemd – prijken. Hoe komt dat? Veelzeggend is dit rijmpje uit een bijbelvoorstelling in het museum Huis van het boek in Den Haag:
Protestanten hebben een haantje.
Luthersen hebben een zwaantje.
Doopsgezinden hebben een huisje.
Katholieken een kruisje.
Windvanen en weerhanen
Het hangt er dus enigszins vanaf waar je woont. Boven de rivieren veel hanen, onder de rivieren veel kruisjes. Maar toch is het niet één op één zo. Er staan ook heel wat andere objecten op het dak, ook op protestantse kerken, veel dieren ook, zoals paarden en leeuwen, maar ik heb ook een ruiter te paard gezien en een heuse zeemeerman. Vaak hangt de keuze samen met de geschiedenis van de kerk. Huisjes heb ik overigens nog nooit gezien. Mijn liefde voor windvanen heb ik vastgelegd. Zie mijn steeds groeiende collectie van windvanen op kerken en andere historische gebouwen. Van zeemeermannen en duivels tot draken en engelen. Voor de liefhebber.
Hanen en zwanen
Nog even over de haan en de zwaan. Waarom juist die? Volgens de website van de Haagse Houtrustkerk zit het zo: ‘De haan wordt ook gezien als symbool voor Christus. De haan wekt de mensen met zijn kraaien en verkondigt het einde van de nacht en het begin van de dag. Op vergelijkbare symbolische wijze overwint Christus de zonde en de dood en wekt hij de mensen op richting het christelijk geloof en het eeuwige leven.’ En over de zwaan schrijven ze: ‘Het verhaal gaat dat Hus, voorloper van de Reformatie, op de brandstapel zei: “Thans braadt gij een gans (hus betekent in het Tjechisch gans), maar over honderd jaar komt er een zwaan, die jullie niet te pakken zullen krijgen.” Met die zwaan zou hij Maarten Luther hebben bedoeld.’
Bekijk ook deze website met windvanen op kerken die geen hanen zijn.