Nationaal Holocaustmuseum: hermenselijking van de Joodse slachtoffers

Hè hè, het is er, na een kleine 80 jaar. Ik heb het over het Nationaal Holocaustmuseum. Van alle kanten is onderzocht hoe je dat doet, ruimte geven in een museum aan de gevoelens over onze oorlogsgeschiedenis. Hoe ga je respectvol om met de nagedachtenis van de slachtoffers? Hoe ga je om met de daders? De worsteling is eindelijk overwonnen. Het museum is ondergebracht in de voormalige Hervormde Kweekschool in Amsterdam. De plek van waaruit 600 Joodse kinderen in de Tweede Wereldoorlog weg werden gesmokkeld en in veiligheid werden gebracht door een groep hele dappere mensen. Op die historische plek wordt nu dus het verhaal van de Jodenvervolging in Nederland verteld.

Ingrijpend

Ik ben vooral nieuwsgierig naar de vaste tentoonstelling. Die start op de bovenste verdieping. Daar loop ik als eerste tegen een grote, ingrijpende zwart-wit foto aan van een Joods jongetje dat in het net bevrijde concentratiekamp Bergen-Belsen met afgewend gezicht langs lange rijen halfnaakte doden loopt. Eromheen kleurenfoto’s van allerlei verwoeste gebouwen. Meer zie je niet. Dat is binnenkomen met een grote beng. Dat we maar weten dat we in het Nationaal Holocaustmuseum zijn. Om de hoek hangt een abstract zelfportret van hetzelfde jongetje, Sieg Maandag, die beeldend kunstenaar werd. Zijn zelfportretten tonen altijd twee gezichten, vermeldt het bijschrift, waarvan één altijd afgewend.

Ooggetuigenverslagen

Er volgen twaalf zalen met talloze objecten, teksten, foto’s, films, citaten, geluidsfragmenten en ooggetuigenverslagen van overlevenden, nu het nog kan. Mooi zijn de zogenaamde Vergeet-mij-nietjes, ontstaan na het zien van drie pasfoto’s van onbekende Shoah-slachtoffers met daarop de woorden Vergeet ons niet!. Het zijn installaties die bestaan uit één object, plus een foto van de persoon die centraal staat en het bijbehorende verhaal. Zo worden de overledenen weer hermenselijkt zoals het museum dat noemt.

Misdadenbehang

Uit de veelheid van dingen die ik zag, bleef ik hangen aan het misdadenbehang. Ook weer een term van het Nationaal Holocaustmuseum. Het bedekt de wanden van de zalen op het moment dat de tentoonstelling overgaat van de vooroorlogse situatie naar de bezetting. In chronologische volgorde staan alle verordeningen, maatregelen en instructies die de Joden in Nederland vanaf 1940 hun rechten ontnamen. Totdat ze in de zomer van 1942 geen enkele ruimte hadden om zelf nog iets te doen en de deportaties begonnen. Wat waren het er vreselijk veel en wat beklemmend om dat zo bij elkaar te zien. Ook indrukwekkend is de beruchte cartotheek van de Joodsche Raad. In grote dozen werden kaarten bewaard met persoonlijke informatie over alle bijna 160.000 Joden tijdens de oorlog. Informatie die ook werd gebruikt voor de deportatielijsten. Die dozen staan in het museum. UNESCO heeft de cartotheek zelfs opgenomen in de Memory of the World.

Naar nooit weer

Ik daal af naar de eerste verdieping waar het gaat over deportatie en moord en waar de zalen namen hebben als Geen weg terug en Klem. Op de begane grond van het Nationaal Holocaustmuseum is het licht. Met de tuin waar de kinderen vanaf de crèche over de heg werden getild. Op de binnenplaats staat naast een olijfboom een beeld van Gabriel Lester, een bronzen trap die nergens tegenaan leunt en door een luik de lucht in gaat. Van de onderduik naar vrijheid? Naar de hemel? Naar nooit weer? ‘Het is gebeurd, dus het kan weer gebeuren’, luidt het citaat van Primo Levi aan de overkant in de net heropende en opgeknapte Hollandsche Schouwburg. Say no more.

foto 1: Stefan Müller, foto 4 en 5: Mike Bink

Deel deze blogpost

Handige informatie

Deze vind je vast ook leuk

Ontvang Davides in je mailbox

Handige informatie

Deel deze blogpost