Op de kaart die ik thuis op een A4’tje had uitgeprint, leken de Loonse en Drunense Duinen nog het meest op een zandbak voor volwassenen midden in een groot bos. Maar een A4’tje is geen wandelkaart constateer ik zwetend op een zonnige en warme middag als ik na ruim twee uur wandelen middenin het mulle zand van deze stuifvlakte sta, met heide en wat lage struikjes om me heen. En wat heb je ook aan die wetenschap op zo’n moment? Helemaal niets. Daar komt nog bij dat er in de wijde omtrek niemand te bekennen is en ik inmiddels niet meer helemaal zeker weet uit welke richting ik ben gekomen. Ik kan maar beter focussen.
Duinen en stuivend zand
Op de kaart leek het zo simpel. Je volgde de paaltjes met nummers langs de bosrand en liep zo min of meer een rondje om het duingebied. Maar ter plekke blijkt al gauw dat het allemaal toch wat uitgestrekter en minder duidelijk is aangegeven dan gedacht en dat het best pittig lopen is in dat zand van de Loonse en Drunense Duinen. Dus besluit ik de duinen recht over te steken en zo de route wat in te korten. Alleen, iedere keer als ik denk een groepje bomen bereikt te hebben, blijkt het zand zich daarachter verder uit te strekken. Dit is de Brabantse Sahara. Ik had me enorm ingesteld op een tussenstop bij herberg De drie linden maar inmiddels wil ik vooral zo snel mogelijk naar het bos en richting beginpunt. Eenmaal in het bos vind ik na wat zoeken alleen een mountainbikepad. Dan maar die. Als ik na twintig minuten aan de kant moet springen voor een mountainbiker en hem toeroep of dit de goede richting is voor De rustende jager en hij dat beaamt, ben ik gerustgesteld. Ik vermoed dat het nog een kwartiertje lopen is.
Uitgestrekt gebied
Het kwartier duurt inmiddels wel heel erg lang. Maar een alternatief weet ik niet. Dus ben ik blij als ik twee nieuwe fietsers zie en ik herhaal mijn vraag. Ik hoor hun remmen piepen. Ja, dit pad komt inderdaad bij mijn beginpunt uit, maar dat is nog wel 10 kilometer hier vandaan. Maar als ik nu in zuidoostelijke richting ga lopen, is het nog maar 3 à 4 kilometer zegt de vrouw bemoedigend als ze mijn ongelovige blik ziet. Of ze dat zeker weet. Ja, dat weet ze zeker. Dat is inderdaad een stuk beter te doen. Het laatste deel van de tocht kijk ik al wandelend voortdurend op de kompas van mijn telefoon en stuur bij, mijn richtingsgevoel blijkt toch iets minder betrouwbaar dan ik dacht. Ruim vierenhalf uur nadat ik ben vertrokken, ben ik terug bij af en zijg dorstig neer op het terras. Ik vergeet bijna te zeggen dat de Loonse en Drunense Duinen een prachtig gebied is. De duinen, het stuifzand, de bossen, de grazende schapen, de enorme ruimte en de stilte. Maar doe dus niet zo onhandig als ik. Koop bij een van de zes hoofdingangen een kaart en neem een kompas mee. Dan kun je dwalen over wat een van de grootste nog levende stuifzandvlaktes van Europa blijkt te zijn.
Tip: Of maak de wandeling Biezenmortel over de Loonse en Drunense Duinen uit de fijne wandelgids De Meierij. Met zandpadgarantie.