Wandelen bij Bemelen in Zuid-Limburg? Zeg maar rustig klimmen. In ieder geval als je de Bemelerberg op wilt. Boven kijk ik uit over velden en dorpen. In de verte de fabriekspijp van de ENCI-mergelgroeve, de trots van Maastricht. Waarschijnlijk niet toevallig, want ik loop de wandeling In de voetsporen van de ‘mijnwerkers’.
Pelgrims en Maria Grot
Weer afdalend door het bos ruik ik ‘em voordat ik ‘em zie. Ik heb het over de paddenstoel die in het Nederlands beschaafd wordt aangeduid als Grote stinkzwam. Maar zijn originele, Latijnse naam luidt Phallus impudicus, letterlijk vertaald: de onbeschaamde piel. Beide namen zijn onmiskenbaar waar. In mijn zoektocht naar zijne stijve aanwezigheid stuit ik aan de andere kant van dezelfde holle weg zo waar op rijpe aalbessen en eet handen vol. Dan valt mijn oog op een bordje: ‘Maria Grot, uitrustplaats voor pelgrims, 150 meter verderop’. Ik heb het nog niet gelezen of spot in de berm een onderuitgezakte man, zijn lange houten wandelstok naast hem, zijn rugzak hangt half van zijn schouders gezakt in het gras, één oog zit dicht. Op mijn montere hallo volgt een onverstaanbaar gemompel. Zie hier een uitgeputte pelgrim die het net niet heeft gehaald tot de rustplaats. Hij lijkt niet in nood, dus ik laat hem, volg het bordje en kom bij een open grot met bankjes, een Mariabeeld hoog in de wand en eentje op ooghoogte, samen met een in de rotsen gemetselde steen, meegenomen uit Lourdes. Dit is Zuid-Limburg ten voeten uit.
Geologische fenomenen
De wandelroute volgt een glooiend pad door velden en bossen, hier en daar een klimmetje, langs kapelletjes, bomen met maretakken erin, ook wel mistletoe of vogellijm genoemd, en heel veel grotten en groeven. De meeste mag je niet in omdat instortingsgevaar dreigt. Maar de route komt dichtbij en zowel in de door mij gebruikte wandelgids als op de informatieborden onderweg staan tekst en uitleg over allerlei boeiende geologische en historische fenomenen. Zoals bij de Mettenberg waar de kalksteengrotten – die gemeenschapseigendom waren – tot eind 19e eeuw regelmatig ongewenst werden bewoond. Het kostte de gemeente Cadier en Keer veel geld en moeite om de bewoners te verwijderen. De oplossing? De grotten en grond verpachten en de pachter mocht ‘ter zijner voordele blokken breken’, zodat ze onbewoonbaar werden. Behalve langs diverse mergelgroeven, komt de tocht ook voorbij een groeve met misschien wel de dikste laag vuursteen ter wereld. Materiaal dat geschikt is voor bijlen, hamers en pijlpunten. In de buurt zijn zelfs 6000 jaar oude vuursteenmijnen aangetroffen. Midden in het bos passeer ik ook nog een groeve waar ooit grind werd gewonnen dat is afgezet door de Maas. Het is bijna niet voor te stellen dat op deze plek bovenop de heuvel twee miljoen jaar geleden een rivier stroomde.
Tramlijn Maastricht-Vaals
Inmiddels komt de regen met bakken uit de hemel. In Cadier en Keer wasem ik uit in het plaatselijk café. De na 28 jaar nog steeds niet ingeburgerde barman, zo zegt hij zelf – hetgeen beaamd wordt door de clientèle aan de bar – blijkt Hagenees en eens schipper. Als hij hoort dat ik uit Amsterdam kom, zet hij speciaal voor mij – en voor zichzelf zo vermoed ik – een Mokums levenslied op. Terug in de regen wandel ik het laatste stuk naar mijn heerlijke B&B in Bemelen over de voormalige stoomtramlijn van Maastricht naar Vaals. Het is een afwisselende en steengoeie wandeling.